In 1631 verhuisde Rembrandt voorgoed naar Amsterdam. Zijn vader, Harmen Gerritsz, die net een jaar is overleden wordt begraven in Leiden op 27 april 1630.

​

In Amsterdam leert hij een vrouw kennen, Saskia van Uylenburg. Saskia was toen 21 jaar. Saskia was sinds haar twaalfde weeskind en woonde bij haar oudere zus Hiskia en haar man in huis. Via haar neef, de kunsthandelaar van Hendrick van Uylenburgh, bij wie Rembrandt in huis woonde, heeft ze Rembrandt ontmoet.

​

In 1634 trouwde ze en verhuisde ze naar een groot huis. Dat huis heet nu het Rembrandthuis. Ze waren heel gelukkig samen en Rembrandt maakte veel schilderijen van haar in veel verschillende kostuums. Rembrandt en Saskia kregen vier kinderen waarvan de eerste maar twee maanden leefde. En hun volgende twee kinderen stierven ook al toen ze nog een baby waren. Maar in 1641 kregen ze een zoon, Titus. In 1642 werd Saskia ziek en stierf aan  de ziekte tuberculose. Ze was nog maar 29 jaar. Ze werd op 19 juli begraven in de Oude Kerk in Amsterdam. Hij kon haar niet eens zijn bekendste schilderij De Nachtwacht laten zien.

Titus was nog maar een baby van negen maanden, en Rembrandt bleef alleen achter met zijn zoontje.
 

Voor Titus vind Rembrandt een verzorgster, Geertje Dircks. Ze komt bij hun wonen. Ze werden verliefd op elkaar, maar trouwden niet. Geertje zorgt 6 jaar voor Titus. En dan krijgt Rembrandt er een hulpvrouw bij, Hendrikje Stoffels en ze worden verliefd op elkaar. Geertje krijgt ruzie met Rembrandt om Hendrikje. Ze komen samen voor de rechtbank en na enkele ruzies en discussies krijgt Rembrandt het voor elkaar om Geertje 12 jaar op te sluiten in het Spinhuis in Gouda, een tuchthuis voor vrouwen. In 1656 stierf ze op 46-jarige leeftijd.

Daarna kreeg Rembrandt een relatie met Hendrickje Stoffels, de eigenlijke oorzaak van de scheiding van Rembrandt en Geertje. Ze werd zwanger van Rembrandt, en dat terwijl ze niet getrouwd waren. Dat vonden de mensen heel erg in die tijd. Hendrickje Stoffels blijft het langst Rembrandts vrouw, zonder te trouwen. Ze krijgen een dochter, Cornelia. In 1663 sterft Hendrickje aan de pest. Ze is dan 37 jaar. In datzelfde jaar sterft óók Titus aan de pest. Hij wordt 27 jaar.

Rembrandt heeft steeds minder geld, maar blijft wel geld uitgeven aan mooie spullen. En Rembrandts schilderijen raken uit de mode. Rembrandt gaat failliet en hij moet zijn huis verkopen. Het enige dat Rembrandt overhoud zijn wat kwasten, zijn schildersezel en wat stoelen. In 1669, hij is dan 63 jaar, sterft Rembrandt van Rijn als een arme man.