Rembrandt van Rijn
door Luna Kok
Jeugd
Toen Rembrandt ongeveer 10 jaar was stuurden zijn ouders hun zoon naar een Latijnse school. Alle lessen werden gegeven in het Latijn, om de kinderen voor te bereiden op de universiteit. Op zijn school leerde hij veel over godsdiensten en mythologie, dit komt hem later van pas in zijn keuze voor onderwerpen voor zijn schilderijen.
In 1620 schrijft Rembrandt zich in aan de Universiteit in Leiden. Hij is dan 14 jaar. Zijn ouders hoopten dat hij theologie ging studeren en dominee zou worden. Maar Rembrandt vindt dat maar niks, hij wil veel liever schilder worden. Dat hij zich toch aanmeldt bij de Universiteit is meer om praktische reden. Hierdoor krijgt hij belastingvrij bier en wijn plus hij hoeft geen schutterij dienst te doen.
Zijn ouders geven hem toch toestemming om schilder te worden en hij mag na zijn schooltijd in de leer bij een beroemd schilder in die tijd, Jacob van Swaenenburg. Rembrandt blijft 3 jaar bij van Swaenenburg en leert veel.
Vervolgens gaat Rembrandt 6 maanden in Amsterdam in de leer bij een van de beroemdste historische schilders van zijn tijd, Pieter Lastman. De schilderijen van Lastman maken erg veel indruk op de 17 jarige Rembrandt door de heldere kleuren en de mooie compositie van de schilderijen. In Rembrandts eerste historie stukken probeert Rembrandt zo goed mogelijk Lastman’s heldere kleuren na te maken en probeert hij dezelfde onderwerpen indringender te maken. Als Rembrandt 18 jaar is, is hij zelfstandig schilder met een eigen atelier in Leiden.
